Ook voor gemeenten is het uitstellen van de invoering van de Omgevingswet een niet geheel overbodige luxe. Gemeenten moeten nog behoorlijk wat acties verrichten om gereed te zijn voor de komst van de Omgevingswet. Zo zijn er voor de gemeenten zo’n achttien minimale verplichte acties. Het gaat hier bijvoorbeeld over het kunnen werken met een tijdelijk omgevingsplan, maar ook moet bekend zijn hoe een omgevingsplan gewijzigd kan worden. Ook moet er een programma voor luchtkwaliteit worden vastgesteld en moeten gemeenten bodemtaken, die nu nog bij de provincie liggen, kunnen uitvoeren. De gemeenteraad moet nadenken over welke besluitvorming zij willen delegeren aan het college. De mandatering aan uitvoeringsdiensten moet gereed zijn. Een andere belangrijke minimale actie, waarbij sprake is van een ingrijpende verandering bij gemeenten en uitvoeringsdiensten, is het aanpassen van vergunningverlening op de Wet kwaliteitsborging bouw (Wkb).
Omdat deze wet veel impact zal hebben op de werkzaamheden bij vergunningverlening, licht ik deze Wet er nu uit.
Het doel van deze wet is verbetering van de bouwkwaliteit, door versterking van de positie van de particuliere en zakelijke bouwconsument en door de introductie van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor bouwwerken. Het gaat hier in de eerste plaats om een klant die een bouwwerk afneemt van een bouwbedrijf. De bouwconsument kan in juridische zin worden aangehaald als opdrachtgever. Dit is van belang, omdat voor de invoering van de kwaliteitsborging bouw, ook door middel van enkele wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek, de positie van particuliere en zakelijke bouwconsumenten wordt versterkt.
Het stelsel voor kwaliteitsborging voor het bouwen treedt gefaseerd in werking. In eerste instantie geldt de wet alleen voor de eenvoudige bouwwerken, ‘gevolgklasse 1’. Later zullen de bouwwerken in ‘gevolgklasse 2 en 3’ volgen. In het bouwbesluit 2012, maar ook in het Besluit bouwwerken leefomgeving wordt opgenomen welke bouwwerken voor deze nieuwe manier van werken in aanmerking komen. Bij ‘gevolgklasse 1’ gaat het om eenvoudige bouwwerken, zoals woningen, waaronder woonboten, recreatiewoningen, eenvoudige bedrijfsgebouwen en kleine infrastructurele werken. Er is voor deze eenvoudige bouwwerken gekozen omdat de maatschappelijke gevolgen in geval van falen bij deze bouwwerken beperkt blijven. Daar waar sprake is van een combinatie van verschillende gebruiksfuncties, geldt nog gewoon de vergunningplicht. Ook geldt de kwaliteitsborging voorlopig nog niet voor monumentale bouwwerken.
Tijdens de implementatie van de Wkb wordt zo nauw mogelijk aangesloten op de implementatie van de Omgevingswet. Onder het huidige omgevingsrecht geldt er een verbod op het bouwen van een bouwwerk zonder vergunning. De uitzonderingen hierop zijn opgenomen in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Met het stelsel voor Kwaliteitsborging is er voor gekozen in de Omgevingswet, vergunningplichtige activiteiten daadwerkelijk als zodanig, dus ‘positief’, aan te wijzen. Deze aanwijzing resulteert in een kortere en algemene omschrijving voor bouwwerken die op basis van enkele randvoorwaarden vergunningplichtig zijn. Een belangrijke uitzondering op de vergunningplicht zijn de bouwactiviteiten die onder de bouwmelding, en dus ‘gevolgklasse 1’ van het stelsel van kwaliteitsborging vallen. Voor gemeenten betekent dit dat niet alleen de bouwopgave een prominente plaats moet krijgen in zowel de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Ook de werkprocessen en het DSO moeten aansluiten op de Wkb.
Voor vergunningverlening houdt de Wkb concreet in dat er een knip ontstaat tussen de ruimtelijke component en de bouwtechnische component. Voor wat betreft de ruimtelijke component verandert er niet zo veel. Die toets blijft bestaan. Echter, voor de bouwtoets voorafgaande aan het verlenen van een vergunning verandert er wel het een en ander. De vergunningverlener komt hier nagenoeg niet meer aan te pas. Immers, voor de bouwwerken die vallen onder ‘gevolgklasse 1’ geldt alleen nog een meldplicht. De publiekrechtelijke toetsing gaat over naar een privaatrechtelijk kwaliteitsborger met uiteraard de juiste kwalificaties. Het grootste gedeelte van de vergunningaanvragen zal onder ‘gevolgklasse 1’ vallen. De Wkb heeft dan ook direct gevolgen voor de werkzaamheden van vergunningverleners en hun competenties.
De nieuwe werkwijze met kwaliteitsborging houdt ook in dat de legesverordening, maar ook de informatievoorziening naar burgers en bedrijven over dit onderwerp, bij inwerkingtreding van de omgevingsdienst moet zijn aangepast. Kortom, nog een hele klus …