‘Zekerheid’ bij compensatie van planschade in natura

Publicatie datum: 6 oktober 2021 08:16
Uit de planschadepraktijk blijkt dat tegemoetkoming in schade niet alleen in geld, maar ook in natura kan plaatsvinden. Dit kan zich onder andere voordoen wanneer sprake is van waardevermindering als gevolg van een wijziging van het planologische regime dat van toepassing is op een onroerende zaak. Compensatie in natura kan in dat geval onder meer bestaan uit herstel van de vervallen bouwmogelijkheden. Jurist Handè Coban licht het een en ander toe.

Compensatie in natura

De mogelijkheid tot compensatie in natura is tot uitdrukking gebracht in artikel 6.1 lid 1 Wro. Hieruit blijkt dat het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) geen tegemoetkoming in de geleden planschade hoeft toe te kennen (indien en) voor zover de schade voldoende anderszins verzekerd is. Dat ‘zekerheid’ de rode draad vormt, blijkt ook uit de overzichtsuitspraak ‘Zutphen’. Hierin heeft de Afdeling overwogen dat tegemoetkoming in schade door compensatie in natura niet afhankelijk mag zijn van een toekomstige, onzekere gebeurtenis.

Of sprake is van voldoende zekerheid in de toekomst, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de Afdeling is compensatie in natura niet zonder meer zinloos, als niet geheel zeker is of het nieuwe planologische regime in werking zal treden. Het bestuursorgaan moet dan wel zodanige toezeggingen hebben gedaan dat de onzekerheid over de planologische procedures voldoende is ondervangen. Het is vervolgens van belang of met voldoende zekerheid vaststaat dat, mocht blijken dat compensatie in natura niet tot stand kan worden gebracht, de hoogte van het alsnog uit te betalen bedrag zal worden vastgesteld. Dat moet volgens de Afdeling gebeuren na inwinning van advies bij kundige onafhankelijke planschadeadviseurs. Het uit te keren bedrag moet daarbij worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de ontvangst van de aanvraag.

>> Uitspraak Raad van State 28 september 2016 

Aanvulling

Ter aanvulling op voornoemde voorwaarden voor compensatie in natura heeft de Afdeling ook bepaald dat een bestuursorgaan enige onzekerheid over de duur en uitkomst van de planologische procedure dient te ondervangen. Dit doet zij door in het planschadebesluit op te nemen dat uitbetaling van het (in dat besluit) vermelde bedrag na een (in dat besluit) vastgestelde datum zal plaatsvinden binnen een redelijke termijn. Indien het nieuwe bestemmingsplan waarin de planschade in natura wordt gecompenseerd op die datum nog niet onherroepelijk is. Laat het bestuursorgaan dit na dan is de schade niet voldoende anderszins verzekerd... Of denkt de Afdeling daar inmiddels anders over? In haar recente uitspraak d.d. 28 juli 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1656) lijkt de Afdeling deze lijn namelijk niet voort te zetten.

>> Uitspraak Raad van State 14 november 2018
>> Uitspraak Raad van State 10 april 2019 

Casus

Als gevolg van een planologische wijziging is sprake van een waardevermindering van de woning van appellant. In het nieuwe bestemmingsplan “Bergen, Dorpskern Zuid” heeft het college het perceel van appellant kortgezegd herbestemd van ‘Villa’s en landhuizen’ naar ‘Natuur en landschapswaarden’ en ‘Wonen – Westdorp (W-WD)’. 

Het college gaf in latere vergelijkbare planschadezaken aan eventuele planschade te willen compenseren in natura. Daarom gaf de Afdeling bij uitspraak d.d. 18 december 2019 het college de mogelijkheid om een nieuw besluit op bezwaar te nemen. In dit nieuwe besluit op bezwaar krijgt appellant en/of zijn rechtsopvolgers gedurende twee jaar (na het onherroepelijk worden van het besluit) de mogelijkheid om door het indienen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning de onder het vorige planologische regime bestaande, en nu vervallen, mogelijkheden alsnog te realiseren. 

Na het afgeven van de gevraagde omgevingsvergunning wordt gedurende drie jaar de mogelijkheid geboden van die vergunning gebruik te maken. De kosten voor deze planologische medewerking komen voor rekening van de gemeente. Als compensatie in natura niet mogelijk blijkt, om redenen gelegen buiten de macht van de appellant en/of zijn rechtsopvolgers, zal het college alsnog overgaan tot betaling van een tegemoetkoming in geld. Te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode tot de dag van voldoening. Appellant betoogt dat het college zijn planschade niet heeft gecompenseerd met het nieuwe besluit op bezwaar.

Bij besluit d.d. 29 januari 2020 heeft het college onder meer, het bezwaar van appellant tegen het besluit d.d. 11 juni 2013 gegrond verklaard, dit besluit herroepen, en daarbij bepaald dat de door appellant geleden planschade in natura zal worden gecompenseerd en indien dit niet mogelijk blijkt om redenen buiten de macht van appellant en/of zijn rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel, alsnog zal worden overgegaan tot betaling van een tegemoetkoming in geld, te vermeerderen met de wettelijke rente tot de dag van algehele voldoening. 

Uitspraak Afdeling

Onder verwijzing naar de overzichtsuitspraak overweegt de Afdeling dat een tegemoetkoming in planschade door compensatie in natura niet voldoende anderszins verzekerd is wanneer deze afhankelijk wordt gesteld van een toekomstige, onzekere gebeurtenis, tenzij het betreffende bestuursorgaan zodanige toezeggingen doet dat deze onzekerheid voldoende ondervangen wordt.

De Afdeling stelt dat het nieuwe besluit van het college voldoet aan de in de jurisprudentie gestelde eisen aan compensatie in natura. Zij zwijgt over het vaststellen van een concrete datum waarop de omgevingsvergunning die de planschade in natura kan compenseren onherroepelijk dient te zijn  (om een vergoeding in geld te voorkomen).

In tegenstelling tot in genoemde eerdere uitspraken ziet de Afdeling nu voldoende zekerheid in de toezegging dat, indien compensatie in natura niet mogelijk zal blijken om redenen buiten de macht van appellant en/of zijn rechtsopvolgers, alsnog zal worden overgegaan tot betaling van een tegemoetkoming in geld, te vermeerderen met de wettelijke rente tot de dag van uitbetaling. 

Conclusie

De Afdeling heeft de afgelopen jaren het leerstuk ‘compensatie in natura’ in haar uitspraken nader ingevuld. Zo moet het zicht op compensatie in natura voldoende concreet zijn, zonder afhankelijk te worden gesteld van een toekomstige, onzekere gebeurtenis. In het nieuwe besluit dient het college daarom, vanuit het oogpunt van rechtszekerheid, een redelijke termijn te stellen, waarbinnen het planologische herstelbesluit onherroepelijk dient te zijn. Is dit niet het geval, dan is de schade niet voldoende anderszins verzekerd. In haar uitspraak d.d. 28 juli 2021 stelt de Afdeling echter niet als eis dat een redelijke einddatum moet worden opgenomen in het herstelbesluit. In tegenstelling tot in de eerdergenoemde uitspraken d.d. 14 november 2018 en d.d. 10 april 2019. De Afdeling lijkt hiermee de lijn van eerdergenoemde uitspraken niet door te zetten.  

Belangrijk verschil

Een belangrijk verschil tussen de diverse uitspraken is echter wel de manier waarop de compensatie in natura gecompenseerd wordt. In dit geval wordt de mogelijkheid geboden binnen twee jaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning in te dienen (wat ook een termijn is), terwijl in de eerdere zaken sprake was van de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan (waar geen termijn aan verbonden was). Echter, het indienen van een tijdige aanvraag voor een omgevingsvergunning geeft nog geen zekerheid over de einddatum van de vergunningprocedure die daar op volgt. Mogelijk is de Afdeling van oordeel dat deze zekerheid nu niet geboden hoeft te worden, omdat in dit geval niet het college maar aanvrager eerst aan zet is (door daadwerkelijk een tijdige vergunningaanvraag in te dienen), maar dat is niet helemaal duidelijk. De jurisprudentie op dit gebied zullen we dan ook met grote belangstelling blijven volgen.

 

 

Contact
Telefoon: 088-8883000
E-mail: info@thorbecke.nl
 
 
Volg ons via
 
 

 

Terug naar

Missie van Thorbecke
Door daadkracht én in samenwerking
publieke organisaties verder brengen

 

 

Thorbecke Nieuwsbrief

 

Contact
088-8883000
info@thorbecke.nl